Wat is een voedselbos?
Een voedselbos is een door mensen gecreëerde plantengemeenschap met een extreem hoog aantal eetbare soorten.
Hierbij wordt slim gebruik gemaakt van ecologische principes die kenmerkend zijn voor een natuurlijk bos.
De biodiversiteit van een natuurlijk bossysteem is enorm hoog. Zo ook de productiviteit: dat komt door de verschillende lagen die precies op elkaar afgestemd zijn. Anders dan in de landbouw wordt er in een voedselbos niet met een enkele laag – de akker- gewerkt maar ook met de lagen daarboven. De arbeid en input zijn op den duur nihil. En het allerbelangrijkste is: een juist ontworpen voedselbos houdt zichzelf in stand en biedt voedsel en onderdak aan ontelbare soorten organismen, groot en klein. Niet alle plantensoorten hoeven trouwens voor de mens eetbaar te zijn. Ook soorten die bijvoorbeeld bestuivende insecten of plaag bestrijdende vogels aantrekken krijgen er hun plek. In een volgroeid bos vindt een enorme productie plaats van biomassa, met name in de vorm van hout, blad en een grote verscheidenheid van voedsel waaronder vruchten en noten.
Dit hoge productieniveau wordt bereikt zonder gebruik van externe inputs als (kunst)mest of bestrijdingsmiddelen. Desondanks komen er géén plagen voor.
Het systeem heeft ook bewezen droogte goed te kunnen doorstaan. Een bos heeft immers geen kunstmatige beregening nodig.
Gelaagd systeem
De volgende lagen vormen samen een compleet systeem en zijn aanwezig in het Schrikkelbos:
- Kruinlaag (grote bomen, groter dan 8 meter) bijvoorbeeld walnoot, linde, kers, tamme kastanje
- Tussenlaag (kleine bomen, grote heesters) zoals mispel, hazelaar, cornus, meidoorn, perzik, abrikoos, pawpaw, appels en peren
- Struiklaag (kleine heesters) zoals jostabes, honingbes, aalbes, appelbes , blauwe bes, Japanse wijnbes, vlier, olijfwilg
- Kruidlaag (0,20 – 1m) bijvoorbeeld smeerwortel, daslook, brandnetel, varens, rabarber, kruiden, klavers
- Bodembedekkers (0 tot 0,20m) bijvoorbeeld aardbei, postelein, bosbes, maagdenpalm
- Klimplanten: zoals druiven, kiwi en akebia
- Wortels en knollen: bijvoorbeeld aardpeer, asperges

De kruinlaag heeft een belangrijke rol in het geheel. Deze zorgt niet alleen voor beschutting maar ook voor de productie van een grote hoeveelheid organisch materiaal, zowel boven de grond – blad- als onder de grond in de vorm van wortels.
Samenwerken
Het kunnen aanleveren en uitwisselen van voedingsstoffen tussen gewassen onderling maakt van een natuurlijk bos maar ook een voedselbos een slim en duurzaam systeem. Soorten die bijvoorbeeld veel stikstof nodig hebben om vrucht te dragen krijgen als buur een stikstof bindende plant, die met zijn afstervende blad en wortels voedsel vrijmaakt dat weer in de kringloop terecht komt. Dat resulteert in een gezonde, rijke oogst.
De hoofdkenmerken van een voedselbos:
- het lijkt op een jong bos qua structuur
- er zijn diverse verticale plantenlagen
- de boomdichtheid is geoptimaliseerd
- er is maximale interactie tussen de soorten
- er is grote diversiteit
- er is sprake van randen, hier is meestal meer licht
- het merendeel van de bodem wordt niet bewerkt
- het bodemoppervlak is bedekt met plantengroei
- de bodemvruchtbaarheid wordt grotendeels door planten in stand gehouden
- in grotere voedselbossen zijn open plekken mogelijk
Uit: ‘Praktisch handboek Voedselbossen’ van Martin Crawford
